BIENTJES, J.A. - Eene grootmoeder. Een waar levensbeeld, opgedragen aan haar kleinzoon en peetekind Henry William Hoek, Zutphen, Thieme, 1894.
(14)+200 pag., gebonden in linnen band. De auteur, hoofdredacteur van de Zutphensche Courant, vertelt het uitvoerige verhaal over een bezorgde grootmoeder en een slechte schoonzoon. De grootmoeder is de weduwe Marie Catherine Bulkley-Bekking. Zij was in 1851 gehuwd met de in 1870 overleden leraar Engels Robert Ward Bulkley. Haar dochter Mary was in 1876 gehuwd met mr. Isaac H.J. Hoek, zoon van de chirurgijn A. Hoek. Isaac Hoek was eerst 12 jaar advocaat in Indie, daarna directeur van de Z.H. Credietvereniging. Dit echtpaar kreeg twee kinderen: in 1878 Henry William Hoek en in 1881 Martinus Hoek. Mary Hoek-Bulkley overleed in december 1882 en Isaac Hoek nam een huishoudster, Constance J.J.H. van Essen, en verbood zijn schoonmoeder nog invloed op haar twee kleinzoontjes uit te oefenen. Grootmoeder -wellicht overbezorgd- ontvoerde haar oudste kleinkind, Henry William (Hampje), omdat zij, niet ten onrechte, bemerkte dat haar schoonzoon en diens huishoudster niet goed voor de jongen zorgden. Hoek wist zijn zoontje in Engeland echter op te sporen en procedeerde tegen zijn schoonmoeder (hij had ook veel geld van haar geleend). Dit proces werd -misschien dankzij haar raadsman W. Thorbecke, zoon van de staatsman- door grootmoeder gewonnen. Maar Hoek vertrok met de twee zoontjes en huishoudster naar Apeldoorn. Kort erop deed grootmoeder Bulkley een tweede ontvoeringspoging (met hulp van eene Kloppers) die opnieuw mislukte. Zij belandde in de Zutphense gevangenis maar in een proces kreeg zij opnieuw vrijspraak. Het OM ging echter in appel (proces te Arnhem in 1886) met als gevolg 1,5 jaar gavangenisstraf. Hierop volgde gratie. Zij stichtte daarop een kindenziekenhuis te Apeldoorn, om in de buurt van de kleinkinderen te zijn, maar Hoek vertrok met kinderen en huishoudster naar Lugano. Een familieraad van Hoeks relaties verklaarde grootmoeders vrezen voor de opvoeding gegrond, met welk stuk grootmoeder naar Lugano trok. Ook die ontmoeting liep slecht af. Het gezin Hoek vluchtte naar Freiburg en grootmoeder werd beschuldigd (in 1890) een plan te hebben haar schoonzoon te vermoorden. Henry William bezocht in Freiburg in 1894 het gymnasium en grootmoeder woonde in dat jaar in de villa Eikenhof aan de Kanaalweg bij Scheveningen, waar vroeger ook het gezin Hoek gewoond had. In de tuin stond een monument met de naam Mary en de data 30-7-1878 toen zij voor het eerst met man en zoontje op Eikenhof kwam en 5-12-1882, haar overlijdensdatum. In het verhaal spelen nog een rol: grootvader A. Hoek, overleden 1883 en de zuster van Mary Hoek-Bulkley: Betsy Bulkley, geboren 1857, gehuwd I in 1876 met Rijck Chr. Schlingemann (1851-1889) en II in 1891 met H.J. Nivel