zondag 19 september 2010

III. DE HUISHOUDSTER

III. DE HUISHOUDSTER.
Mejuffrouw Constance, Juliane, Justine, Henriette, Van Essen was, toen zij de zware taak om de overleden vrouw des huizes te vervangen aanvaardde, ongeveer 38 jaren oud en was reeds in verschillende betrekkingen, o. a. te Breda, geweest.

Het schijnt, dat zij ook weldra het niet te best kon vinden met de grootmoeder der aan hare zorgen toevertrouwde kleinen, zoodat de Heer Hoek, om conflicten te vermijden, zijne schoonmoeder gaarne had zien vertrekken.

Maar dit ging zoo gemakkelijk niet. Met hart en ziel hing de oude dame aan hare kleinkinderen, voor wie zij alles zou willen opofferen. Zij aarzelde dan ook geen oogenblik den Heer Hoek aan te bieden, de zorg over de kleinen op zich te nemen; zij smeekte voor hunne opvoeding te mogen zorgdragen, maar de vader weigerde e.n zeide te verlangen zelf voor zijne kinderen te zorgen. De grootmoeder kon echter en wilde hare kleinkinderen niet verlaten, kocht het mooiste speelgoed, dat zij maar kon vinden, en vond haar grootste genot in het spelen met de onschuldige kleinen. De vader zag dit met leede oogen, hij meende, dat de kinderen door die groote geschenken en de toegevendheid der oude dame bedorven werden, en- gaf eindelijk onbewimpeld te kennen, dat het hem aangenaam zou zijn, als zijne schoonmoeder vertrok. Natuurlijk volgden onaangenaamheden, waarin de nieuwe huishoudster ook betrokken werd. Mevr. Bulkley was van oordeel, dat een der kinderen niet behoorlijk gevoed werd en trachtte allerlei extra etenswaren binnen te smokkelen en door het kind te doen gebruiken. De huishoudster protesteerde, mevrouw wilde, dat zij haren zin zou doen, mejuffrouw Constance weigerde; al weder een nieuwe bron van
twist. Eens in Januari kwam de grootmoeder een der kinderen afhalen met rijtuig om naar den dierentuin te gaan, maar de Heer Hoek verzette zich daartegen, waarover Mevrouw Bulkley zich zeer boos maakte en hevig tegen de juffrouw uitvoer, haar verwijtende, dat zij haar, de grootmoeder, de liefde der kleinen onthield. De schoonzoon kwam tusschenbeide en bracht zijne schoonmoeder tot aan de deur. Volgens het beweren van den Heer Hoek, was hij toen volkomen in zijn recht, wat de Heer Mr. S. A. d'Engelbronner, directeur der Zuid-Hollandsche Credietvereeniging, die juist op bezoek was, volkomen met hem eens was. Wij kunnen hierover natuurlijk niet oordeelen en wenschen tevens te constateeren, dat deze feiten, zooais zij door ons worden medegedeeld, uit den mond van den Heer Hoek voortkomen, zoodat wij dezen Heer daarvoor geheel verantwoordelijk laten. De oneenigheid werd hoe langer hoe grooter, en herhaaldelijk hadden schandalen plaats, waarvan het publiek dikwijls getuige was. Bij eene van die gelegenheden, in April 1883, voegde Mevrouw Buikiey haren schoonzoon in drift toe: ».]e laat je door die juffrouw maar om de vingers winden, en 't is haar maar te doen, om met je te trouwen.« De Heer Hoek moet, naar wij vernemen, in de instructie te Zutfen verhaald hebben, dat hij na deze scène zijne schoonmoeder het huis verbood, maar dat zij zich daarom niet bekommerde en dagelijks, ongeveer te vier uren terugkwam, plaats nam aan tafel, waar wel voor haar gedekt was, maar haar door hem niets werd gepresenteerd, en dan tegen 7 uren weder vertrok. "Op 21 of 22 April liet Mevrouw Bulkley zeggen, dat zij niet kwam dineeren, daar zij naar Parijs vertrok, om haar schoonzuster die door een beroerte was getroffen, te bezoeken. Zij ging evenwel niet naar Parijs, maar naar Engeland, om daar afspraak te maken voor de inwoning bij Mr. Billington. Toen zij twee dagen later weer aan tafel kwam, zeide zij, dat het met haar zuster veel beter ging. Den daar opvolgenden Zondag was er weder zoo hooggaande ruzie met de huishoudster, dat zelfs de voorbijgangers voor het hek bleven staan, waarop Mr. Hoek haar ten tweeden male zijn huis verbood en er bijvoegde, dat hij haar ook niet meer aan tafel wilde hebben.

De breuk was nu volkomen, en men hoorde niets meer van de schoonmoeder, toen op eenmaal, den l en Augustus, de bekende ontvoering van een der kinderen naar Engeland plaats had.