03-02-1886
Naar wij vernemen, hebben mevr. Bulkley en Kloppers appèl aangeteekend van het tegen hen uitgesproken vonnis der rechtbank te Arnhem.
06-02-1886
De Officier van Justitie te Arnhem heeft appèl aangeteekend in zake het vonnis Bulkley c. s.
01-03-1886
De Arnh. Ct. bericht, dat het proces van mevrouw Bulkley c. s. niet den 15den Maart door het Hof te Arnhem zal worden behandeld, zooals onlangs door het blad werd vermeld.
04-03-1886
De bekende strafprocedure tegen mevrouw Bulkley , Kloppers en mejuffrouw Schlingeman zal op 22 Maart a. s. voor het hof te Arnhem behandeld worden. Als voorzitter zal fungeeren mr. C. J. J. Cremers, terwijl als raadsleden zullen zitting nemen mrs. G. Kortenbout van der Sluijs, J. L. Hij mans, L. Udo de Haes , L. Hertzfeld en E. H. Karsten.
Het Openbaar Ministerie zal worden waargenomen door den Procureur-Generaal jhr. mr. J. J. de Meijer, terwijl als raadsleden zullen optreden mr. H. H. van Capelle , advocaat te Arnhem , voor mevr. Bulkley, mr. J. P. A. N. Caroli, advocaat te Amsterdam , voor den heer Kloppers , en mr. L. J. van Gelein Vitringa, advocaat te Arnhem, voor mejuffrouw Schlingemann