zaterdag 5 oktober 2013

Richard Bouwens van der Boyen

Richard Bouwens van der Boyen is de zoon van William Oscar Bouwens van der Boyen.
Hij werd een beroemd architect en designed  onder andere een gedeelte van het huis voor de van der Bilts .
The breakers 

The music roan interior was designed by Richard Bouwens Van der Boyen, a French architect of Dutch or Finnish descent, and made entirely in Paris by the firm of Allard et Fils, who supervised the installation. The walls are sheathed in pale gray and gold paneling designed in an eclectic melange of Renaissance and Baroque motifs perhaps best classified stylistically as "grand luxe." Engaged and free-standing columns on plinths, the lower thirds of their fluted shafts banded with gilded arabesques, articulate the fireplace wall and the large curved bay opposite it. Arabesque-paneled pilasters, inset mirrors and mirrored sliding doors, and carved panels with marble bosses enrich the other walls, and the central bays of the end walls are sheathed in blue-qray Campan marble fronted by elaborate tabernacle frames containing mirrors. The fireplace bay, also of Campan marble, has a console-flanked mantelpiece of the same marble ornamented with ormolu mounts. The overmantel, composed of a pedomented mirror flanked by niches, is inlaid with precious marbles. The side bays of the silver and gold-leafed ceiling are deeply coffered, and the flat central portion is frescoed in the neo-classical manner and includes figures symbolizing Music, Harmony, Melody and Song.


The morning roan in the same style as the music room was also designed by Van der Boyen and executed by Allard et Fils. Ionic pilasters articulate the bays. The general tonality is a warm gray to accord with representations of eight of the nine muses painted in oil on silver leaf in the corner panels. (Polyimnia was emitted for lack of a ninth panel.) The four elements are painted in grisaille on the mahogany sliding doors, and the four seasons, represented on the ceiling, complete the program of allegorical paintings in the Italian Renaissance manner.

donderdag 3 oktober 2013

EEN STERFGEVAL EN ZIJN GEVOLGEN.

EEN STERFGEVAL EN ZIJN GEVOLGEN.

Het was in het jaar 1876, dat mevrouw Bulkley, geboren Bekking, hare dochter Mary uithuwelijkte aan den destijds 36-jarigen Mr. Isaac Hermanus Jacobus Hoek. De jonggehuwden bleven in de nabijheid der moeder, die te 's Gravenhage in de Wagenstraat woonde. Twee jaren laler, toen het jonge echtpaar zich te Davos bevond, werd het eerste kind, een jongen, geboren. Toen de vraag rees, welken naam de jonggeborene moest ontvangen, ontstond er verschil van gevoelen, daar de grootmoeder er op gesteld was, dat het kind zou genaamd worden naar eenen zoon, dien zij ongeveer anderhalf jaar te voren had verloren, terwijl de ouders van meening waren, dat de naam van den grootvader beter was. Eindelijk besliste het lot ten gunste van de grootmoeder, en was de naam Henry William onherroepelijk vastgesteld. Vier jaren later, werd een tweede zoon geboren, die den naam van Martinus ontving. Het schijnt, dat de verstandhouding tusschen Mevr. Bulkley en hare kinderen langzamerhand minder goed is geworden. Aan wien de schuld hiervan lag kunnen wij gerust in 't midden laten, daar het, toch ten eenenmale onmogelijk is om, zonder te phantaseeren en der waarheid te kort te doen, in zulk eene aangelegenheid te oordcelen. Maar dit staat vast: de verhouding liet nog al veel te wenschen over. Deze gespannen toestand werd zeker niet beter, toen de jonge Mevrouw Hoek plotseling te Scheveningen, waar zij woonde, den 5n Dec. 1882 overleed. Op deze ongelukstijding, spoedde de moeder zich naar Scheveningen, om bij de kleinen eenigszins de plaats der te vroeg ontvallen moeder in te nemen. Hoewel eerst voornemens, niet ten huize van haren schoonzoon haren intrek te nemen, liet zij zich evenwel door dezen overhalen het toch te doen, en nam^het bestuur der huishouding dien dag op zich. Toen echter den volgenden dag hare andere dochter, die met den Heer Sehlingemann te Arnhem gehuwd was, overkwam, ontnam Mr. Hoek zijne schoonmoeder de sleutels, en gaf die aan de pas aangekomen schoonzuster. Ongeveer drie weken bestierde Mevrouw Schlia- gemann de huishoudelijke zaken, toen haar schoonbroeder eene advertentie plaatste voor eene huishoudster. Onmiddellijk kwamen verscheidene brieven in antwoord op de aanvrage, waaronder een van Mejuffrouw Van Essen, die, voorzien van een goed getuigschrift, uit alle mededingsters, dadelijk werd gekozen, en in het midden van Januari in hare nieuwe betrekking kwam.