Poging tot ontvoering van kinderen to Apeldoorn.
(Vervolg.)
Maandag. Getuige De Jager, huurkoetsiersknecht, geeft verklaringen omtrent de reis van Apeldoorn naar Arnhem van de dames en Kloppers, en is daarbij wel eens wat tegenstrijdig. Doctor H. de Jong, geneesheer, was doctor bij Mevr Hoek en had steeds een zeer gunstigen indruk van de verhouding tusschen Hoek en echtgenoote- Mr Hoek had meer overdreven dan te weinig zorg voor zijne vrouw. Mevr. Bulkley kwam veel bij Hoek! Den dag vóór het overlijden sprak ik Mevr. Hoek nog zij was redelijk wel, en gevoelde zich hoogst gelukkig! Haar ziekte bracht mede, dat een plotselinge dood te voorzien was, daar zij een hartkwaal had. Hoek had hem gezegd dat het opvoeden der kinderen door Mevr. Bulkley niet in den geest van zijn overleden vrouw zou zijn. Hoek behandelde de kimieren zeer goed. Op eene vraag van Mr. Kortenhout zegt getuige als deskundige, dat deze hartkwaal mede "kan brengen benauwdheid vóór het sterven, vizioenen enz.
Adv. Cappelle vraagt of de hier bedoelde hartkwaal veel voorkomt.
Antw. Neen, weinig, in den regel meer bij oude menschen.
Doctor De Jong, des gevraagd, zegt dat Hoek een huisapotheek had en hij gemerkt heeft dat hij haar eau de carme en iets anders heeft toegediend. Hij constateert ten huize van Mevr. Bulkley te hebben gepractiseerd en nooit een vrouw te hebben gekend, die zooveel zorg en liefde aan haar lijdenden man besteedde.
Op aanvrage van Mr. Cappelle zegt Dr. De Jong, dat bij twijfel omtrent de oorzaken van den dood van Mevr. Hoek hoogstens aan eene aandoening der hersenen kan worden gedacht, doch volstrekt aan niets anders.
Mr. Van Royen, leeraar aan het Gymnasium te Haarlem, heeft in Apeldoorn bij Mr. Hoek gelogeerd en eene intieme verhouding gemerkt tusschen vader en kinderen. Mr. Hoek zorgde uitstekend voor de opvoeding der kinderen- Ik heb wel eens gehoord dat de kinderen.gewaarschuwd werden tegen Mevr. Bulkley,doch dat ze tegen haar werden opgezet daar weet ik niets van .Desgevraagd komt het mij onmogelijk voor dat mevrouw Hoek zou gewenscht hebben, dat Mevr. B. de zorg van de kinderen op zich zou nemen in plaats van de vader die nog steeds met eerbied en liefde over zijne overleden vrouw spreekt.
Aan Dr. Van Royen is niets bekend van dierenmishandelingen.Het bedoelde eekhoorntje is als schadelijk doodgeschoten.
Mr. Van Cappelle vraagt of getuige de reden niet weet van de verkoeling tusschen Mr. Hoek en Mevr Bulkley. Alleen, dat Mr. Hoek niet tevreden was met de wijze waarop Mevr. Bulkley zich met de kinderen Demoeide.
Getuige Weenink geeft onderwijs aan het oudste jongentje van Mr. Hoek. «Ik merkte meermalen op, dat hij naar zijn papa verlangde. Over het algemeen vond ik den omgang van Mr. Hoek met zijne kinderen uitmuntend. De oudste jongen heeft een flink en open karakter; hij spreekt steeds met liefde over zijn vader.» Over zijn grootmoeder heeft get. hem niet hooren spreken. Mevr. Bulkley heeft niets aan te merken, dan alleen, dat zij heel blij is, dat getuige hare kleinkinderen lieve jongens vindt.
Getuige C. Janse was baker bij de geboorte van het oudste zoontje van Mr. Hoek, die in de beste verstandhouding met zijne vrouw leefde. Mevr. Hoek was niet al te zeer gesteld op het gezelschap van Mevr. Bulkley. «Toen ik baker was bij de familie Brandeler, sprak ik Mevr. Bulkley eens, die mijne tusschenkomst verzocht om eene betere verstandhouding te bewerken tusschen zoon en dochter. Getuige verzekerde echter, dat zij zeer gelukkig waren. Als getuigen a decharge komt binnen D. van Angelbeek. «Kloppers», zegt hij, «heeft mij voor het bekende doel aangeworven.ss Hij geeft verder bet verhaal deireis naar en handelingen te Apeldoorn. Hij wist voor zijn vertrek naar Apeldoorn dat er politie by was en te Apeldoorn vernam hij dat er kinderen moesten vervoerd worden. «Van hetgeen binnen het huis is gebeurd, weet ik niels", zegt hij.
Op eene vraag der rechters verklaart getuige niet van plan to zijn geweest om iets kwaads te doen.
Op eene vraag van Mr. Caroli ontkent get. te weten of iemand met Noordhoff mede is binnen geweest. J. van Angelbeek herhaalt het reeds bekende uit de zitting der rechtbank.
Hij zegt niet te weten of er, behalve Noorthof, naar binnen zijn gegaan; »ik zou alles gedaan hebben wat de politie wilde.
De verklaringen der getuigen Schlosser, Van der Aa en Theunissen komen allen op het reeds gemelde neer. Het getuigen verhoor loopt hiermede af.
De zitting is verdaagd tot Dinsdag te 10 uren.