De Arnh. Ct. deelt over de zaak Hoek-Bulkley nog het onderstaande mede:
Het is gebleken dat eon Engelsche advocaat ten behoeve van mevr. Bulkley dan heer Hoek heeft opgespoord en nagereisd.
Gedurende een paar maanden had deze zijn intrek in hetzelfde hotel als de heer Hoek en kwam vanzelf met dezen in aanraking.
Hij beweerde, in Australië een groot vermogen te hebben verworven.
Of deze Engelschman eenig plan had beraamd, is niet te zeggen, maar daar de heer Hoek steeds met den Duitschen lector zijner kinderen en de juffrouw de kleinen vergezelde, was de uitvoering van elk plan moeilijk.
Het schijnt dat mevrouw Bulkley niet zoo spoedig het verblijf van den heer Hoek heeft ontdekt. Althans aan de bloedverwanten in Achter-Pommeren van den lector is door Hollandsche dames, welke haar bezochten, een aanzienlijke som geboden, zoo zij haar mededeelden waar de jonge man zich met den heer Hoek ophield.
16/04/1888