Gemengd Nieuws
Omtrent de plotselinge invrijheidstelling van Mevr. Bulkley, door iedereen met de grootste verbazing vernomen na de bekende verklaring van den Minister omtrent zieke gevangenen en ziekenzalen, vinden wij in de Haagsche Ct. eene mededeeling, welke wij hier laten volgen, onder herinnering aan den Engelschen stelregel: the King can do no wrong «Het ontslag van den verderen straftijd van mevr. Bulkley is geheel alleen van Z. M. den Koning uitgegaan.
Toen Z. M. onlangs op zeer toevallige wijze door iemand uit's Konings onmiddellijke omgeving attent gemaakt werd op het bekende stuk in de Zutfensche Courant (ook door ons medegedeeld), waarin mevr. Bulkley's treurige toestand werd beschreven,ontgloeide Z. M. in verontwaardiging over de onkunde waarin Z.M.gelaten was.
Z. M. gevoelde diep medelijden met mevr. Bulkley en wilde, zoolang het in zyne macht stond, haren dood voorkomen.
Onmiddellijk beval Z. M. om aan den Minister van Justitie te telegrapheeren, dat Z. M. het ontslag van mevrouw lüulkley wilde teekenen.
Toen de Minister den advocaat van mevrouw Bulkley bij zich ontbood, moet Z. Exc. zijne mindere ingenomenheid met dit besluit van Z. M. den Koning zelfs op zeer duidelijke wijze, door zich min heusch en kiesch over mevrouw Bulkley uit te laten, hebben te kennen gegeven.
Alvorens Mevrouw Bulkley echter uit de gevangenis te Rotterdam werd ontslagen, werd haar een op zegel geschreven stuk voorgelegd, waarbij zij de belofte aflegde nimmer weder te Apeldoorn te zullen komen.
Mevrouw Bulkley werd medegedeeld, dat, wilde zij hare vrijheid hernemen, zij deze verklaring moest onderteekenen.
De onderteekeiiing had plaats in tegenwoordigheid van enkele getuigen.
Aan dit stuk scheen Z. Exc. de Minister van Justitie bijzondere waarde te hechten. Hij stelde er althans de uitvoering van Zr. Ms. uitdrukkelijk te kennen gege.ven wil twee dagen om uit, zoodat een tweede telegram namens Z. M. den Koning noodig was.
18/10/1886