Van deze vuile quaestie tot de Freiburgsche rechtszaak, die dezer dagen de oude „Hoeksche en Kabeljauwsche twisten" weer in vollen fleur deed ophalen, il n"y a qu'un pas.
Na alles wat er reeds uit de akte van beschuldiging tegen Mevrouw Bulkley en hare rechtsvermoedelgke medeplichtigen is vermeld, is daaromtrent natuurlük niets nieuws meer mede te deelen.
Maar tooh wil ik een vraag doen, nl. hoe de oud-Minister Du Tour zioh dezer dagen wel gevoelen zou, als hij zich thans herinnert op welke quasi-plechtige belofte hij Mevrouw B. ontijdig in vrijheid deed stellen. *.• In ruil voor deze dame, wier interessante tegenwoordigheid wij voortaan wel geheel aan den vrijen grond van het Zwitsersch eedgenootsckap zullen moeten afetaan, en gaarne gunnen, herkreeg Scheveningen in de vorige week zijne alleenzaligmakende Philharmonie.
23/06/1890