zondag 19 september 2010

II.EEN STERFGEVAL EN ZIJN GEVOLGEN

EEN STERFGEVAL EN ZIJN GEVOLGEN.
Het was in het jaar 1876, dat mevrouw Bulkley,
geboren Bekking, hare dochter Mary uithuwelijkte
aan den destijds 36-jarigen Mr. Isaac HermanusJacobus Hoek.
De jonggehuwden bleven in de nabijheid der moeder,die te 's Gravenhage in de
Wagenstraat woonde.
Twee jaren later, toen het jonge echtpaar zich te Davos bevond, werd het
eerste kind, een jongen, geboren.
Toen de vraag rees, welken naam de jonggeborene moest ontvangen,
ontstond er verschil van gevoelen, daar de grootmoeder er op gesteld was, dat het kindzou genaamd worden naar eenen zoon, dien zijongeveer anderhalf jaar te voren had verloren,terwijl de ouders van meening waren, dat denaam van den grootvader beter was.
Eindelijk besliste het lot ten gunste van de grootmoeder,
en was de naam Henry William onherroepelijk vastgesteld.
Vier jaren later, werd een tweede zoon geboren, die den naam van Martinus ontving.
Het schijnt, dat de verstandhouding tusschen Mevr.Bulkley en hare kinderen langzamerhand minder goed is geworden.
Aan wien de schuld hiervan lag kunnen wij gerust in 't midden laten, daar het,
toch ten eenenmale onmogelijk is om, zonder te phantaseeren en der waarheid te kort te doen, in zulk eene aangelegenheid te oordeelen.
Maar dit staat vast: de verhouding liet nog al veel te wenschen over. Deze gespannen toestand werd zeker niet beter, toen de jonge Mevrouw Hoek plotseling te Scheveningen, waar zij woonde, den 5n Dec. 1882 overleed.
Op deze ongelukstijding, spoedde de moeder zich naar Scheveningen, om bij de kleinen eenigszins de plaats der te vroeg ontvallen moeder in te nemen.
Hoewel eerst voornemens,niet ten huize haren schoonzoon haren intrek te nemen, liet zij zich evenwel door dezen overhalen het toch te doen en nam het bestuur der huishouding op zich.
Toen echter den volgenden dag hare andere dochter,die met de heer Schlingemann uit Arnhem overkwam ontnam HR Hoek zijne schoonmoeder de sleutels en gaf die aan de pas aangekomen schoonzuster.
Ongeveer drie weken bestierde Mevrouw Schlingemann de huishoudelijke zaken, toen haar
schoonbroeder eene advertentie plaatste voor eene huishoudster. Onmiddellijk kwamen verscheidene brieven in antwoord op de aanvrage, waaronder een van Mejuffrouw Van Essen, die, voorzien van een goed getuigschrift, uit alle mededingsters,
dadelijk werd gekozen, en in het midden van Januari in hare nieuwe betrekking kwam