maandag 24 januari 2011

December 1886

De Heer Hartogh drong aan op vereenvoudiging van het procesrecht, speciaal op invoering van het appèl voor zaken tusschen ƒ 200 en ƒ 400. Voorts, onder afkeuring van bet adres der Wed. Bulkley en bet niet houden harer belofte, kwam hij op tegen het verleenen iv de laatste tijden .van gratie als gunst. Voorwaardelijk gratie benadeelde bovendien het prestige van het gezag.
3/12/1886
Tegenover alle mogelijke andere lezingen verklaart de gewezen raadsman van Mevr. Bulkley, Mr. A. M. van Stipriaan Luiscius, in onderscheidene couranten, dat hij op 6November jl. vernomen hebbende, dat Mevr. Bulkley zich tot den Minister van Justitie had gewend, om terug te komen op de door haar den 5 October jl. in de cellulaire gevangenis te Rotterdam afgelegde verklaring, den 7 November jl. bij brief, vervat in zoodanige termen, als hem gepast voorkwamen, aan Mevr. Bulkley heeft te kennen gegeven, dat hij, tengevolge van het "door haar ingediend adres, voor altijd ophield, haar raadsman te zijn.
4/12/1886