Als bijdrage tot de onverkwikkelijke geschiedenis van de toslating van Mevrouw Bulkley kan wellicht dienen, dat reeds op den jaardag van het Prinsesje het denkbeeld van bevrijding uitgesproken werd in een adres van gelukwenschen, door Mr. William J. ten Hoet tot de Koningin gericht. Het geschiedde in dezen vorm, dat het Prinsesje als gunst op haar jaardag genade zou verzoeken voor »een arm, ziek grootmoedertje» enz. enz.
Het schijnt dat daarop de eerste stappen gevolgd zijn tot een daad van genade, over welker waardeering de gevoelens zeer stellig verdeeld zijn.
/12/1886