woensdag 19 januari 2011

De gebruikelijke weg

't Dreigt meer en meer de gebruikelijke weg te worden, om, als veroordeelden in de gevangenis kwijnen of ernstig ziek zgn , Z. M. den Koning gratie te verzoeken. Zooals, het bericht van het Utr. DM. betreffende de ziekte der moordenares Jeanne Lorette, te Arnhem gekerkerd , deed verwachten , vernam het Handelsblad reeds dat onze stadgenoot de heer mr Ph. A. Haas Az. een request om gratie van verdere straftijd te haren behoeve heeft ingediend.
Nu voor mevrouw Bulkley en — zooals een der bladen naar aanleiding van haar invrijheidstelling herinnerde — ook voor een der inbrekers Lavertu op denzelfden grond het koninklijk prerogatief van het verleenen van gratie is toegepast, schijnt men te meenen, dat de interesante Jeanne daarin wel mag deelen.

Wij hebben hiertegen bedenkingen van tweeërlei aard. Vooreerst zijn de misdrijven, waarvoor mevrouw Bulkley on Lavertu werden veroordeeld, ofschoon ernstig, veel minder zwaar als dat, waaraan Jeanne Lorette, na een onzedelijk leven, zich schuldig maakte.

Ten anderen, waar moet het in 's hemelsnaam heen, als men op dien weg voortgaat? Zoo de ziekenverpleging in de gevangenis niet naar behooren kan geschieden — wat, bij de tegenwoordige inrichting der boevenpaleizen, een wonder zou mogen heeten —, waarom dan niet in een onzer steden, de gezondst gelegene natuurlijk, voor de zieke misdadigers een gasthuis opgericht, ten volle beantwoordende aan de eischen, welke deze beklagenswaardige kostgangers van den Staat — eigenlijk allen zieken , naar meening der hedendaagsche niet-christelijke phielantropie — kunnen stellen? Voor onderwijs en gevangenisweien zijn reeds zooveel millioenen verspild, dat het waarlijk op een half of een heel millioentje meer voor een dergelijke inrichting niet aan zal komen. (Tijd.)


Naar men aan het D. v. Ned. mededeelt, zal mevr. Bulkley zich metterwoon to Arnhem vestigen.


14/11/1886