De advocaat van Mevr. Bulkley, Mr. A. M. van Stipriaan Luiscius, heeft in een schrijven aan den Minister van Justitie doen uitkomen dat het denkbeeld van het opstellen van de bekende verklaring van Mevr. Bulkley, niet van hem, maar van den Minister uitgegaan is.
Hij heeft wel de verklaring opgesteld, maar den inhoud drukte des Ministers verlangen uit, — een verlangen dat hem trouwens zeer gemotiveerd voorkomt.
25/10/1886