vrijdag 11 maart 2011

Kinderziekenhuis Mary


Huize Mary is ook in 2011 nog in het nieuws,
Net als in 1890.
Hieronder een artikel uit de Stentor van 26 januari 2011 door verslaggever Bert Felix:

Kinderziekenhuis Mary naar Bouwhuis Groep26 JANUARI 2011 - De Bouwhuis Groep, een beleggingsmaatschappij in vastgoed, uit Apeldoorn heeft het voormalige kinderziekenhuis Huize Mary aan de Koning Lodewijklaan gekocht. Directeur Jonald Bouwhuis zegt blij te zijn met de aankoop.
Het voormalige kinderziekenhuis diende jarenlang als kantoor voor het bestuur van onderwijsinstelling ROC Aventus. Na de oplevering van de nieuwbouw van de school aan de Laan van de Menrechten kwam het monumentale gebouw en de later toegevoegde nieuwbouw leeg te staan. Momenteel huurt het Rode Kruis het complex, maar die instelling zal over een half jaar vertrekken.
Directeur Jonald Bouwhuis zegt daarom de tijd te hebben om over de toekomst van het terrein na te denken. "We kijken nu naar de mogelijkheden. Maar het kan ook zijn dat we het blijven verhuren".
De Bouwhuis Groep zit zelf op steenworp afstand aan de Loolaan, eveneens in een monumentaal pand. "We hebben in het verleden onze schouders onder restaurant de Brugwachter gezet en kijken altijd om ons heen. Ineens staat er dan iets aan de Koning Lodewijklaan, pal achter ons bedrijf. Het zijn toch panden met historie. Die moet je bewaren. Bovendien vind je niet overal een monumentaal pand met een groot stuk grond erbij, en dan nog op deze plek".
Volgens Bouwhuis is het in deze tijd belangrijk om innovatief te werk te gaan. "Er is recessie en er staan heel veel kantoorpanden leeg. Veel kantoren zullen een andere functie moeten krijgen. We richten ons op panden die we kansrijk achten, niet op gewone kantoorpanden. Het voormalige kinderziekenhuis Huize Mary is daar een voorbeeld van".
Het toeval wil dat de Bouwhuis Groep is gevestigd aan de Loolaan. En wel in het pand op nummer 83 dat Mr. Isaak Hermanus Jacobus Hoek in 1884 kocht om zijn schoonmoeder te ontlopen. Hetgeen voor haar weer aanleiding was om in 1887 Kinderziekenhuis Mary in Apeldoorn te vestigen; op een steenworp afstand schuin achter de villa van Mr. Hoek.
In 1884 kocht Mr. Isaak Hoek de villa aan de Loolaan 83. Eind april 1884 kwam hij met zijn kinderen, een huishoudster en een dienstbode in Apeldoorn aan, maar zijn woning was toen nog niet in orde. Hij nam toen zijn intrek in het logement van de weduwe Bloemink.



Uit voorzorg kocht hij in 1888 het huis naast het zijne, toen Loolaan 77, om te verhinderen dat zijn schoonmoeder daar zou gaan wonen.

Isaak Hoek vestigde zich in 1888 met zijn twee zonen in Duitsland in Freiburg im Breisgau, dichtbij de Zwitserse grens en verwierf daar de Duitse nationaliteit.

Zijn villa aan de Loolaan 83 werd in 1891 verkocht en de villa aan de Loolaan 77 is van 1888 tot 1901 zijn eigendom en verhuurd geweest.
Bron: Parkenbuurt.nl.
P.S. Loolaan 77 en Loolaan 83 lagen destijds naast elkaar.
En dan gaan we weer terug in de tijd .
Krantenartikelen over Huize Mary .

Het kinderziekenhuis „Mary", te Apeldoorn, — dat indertijd gesticht is door Mevrouw Bulkley en door haar aan eene commissie verd overgedragen — zal thans tot zijne bestemming gebracht worden.
Den 17n April a. s. zal het geopend worden.
De verpleging van de kleine patiënten, onder toezicht van den geneesheer-directeur Dr. H. G. Genken, wordt opgedragen aan Mejuffrouw J. Sohaatsma, diakon.es uit bet Ned. Herv. Diakoonessenbuis te Arnhem.
27-03-1900

In de plaats van Mej. E. C. Jutting,die eervol ontslag heeft verzocht,is benoemd tot directrice van het kinderziekenhuis „.Mary te Apeldoorn Mej. A. E. Riegen, apothekeresse aldaar.
7/6/1890

De bazaar, gehouden ten voordeele van het kinderziekenhuis „Mary" (stichting van mevr. Bulkley) te Apeldoorn, heefb f 1200 opgebracht.
8/7/1901

Gisteren heeft de Rechtbank te Zutphen een begin gemaakt met de zaak van Mevr. Bulkley tegen de directrice van het kinderziekenhuis „Mary", te Apeldoorn. De uitslag van dit geding wordt met spanning tegemoet gezien, omdat daardoor ook het al of niet wettige van het ontslag van het bestuur der inrichting waarschijnlijk uitgemaakt zal worden.

Mevrouw Bulkley grondt hare actie bij de Rechtbank tot verwijdering van Mejuffr. A. E. Biegen, directrice der inrichting, hierop, dat, tengevolge der bij notarieele akte geconstateerde ontbinding van dat ziekenhuis, en door het door de bestuurders aangeboden en door Mevr. Bulkley aangenomen ontslag van de bestuurders,het gesticht en bijbehoorende grond weder haar eigendom is geworden.
Als eigenaresse nu heeft zij de directrice tegen 1 Aug. ontslagen- Mej. Riegen beweert echter, dat de bedoelde stichting niet is en volgens de bepalingen in de akte van oprichting ook nooit mocht worden opgeheven en dat, al kon dit geschieden, Mevr. Bulkley nooit weder eigenaresse van de daartoe behoorende goederen kon worden, omdat dit zou zijn tegen het rechtsbegrip van eene stichting en tegen de wet.
Door het bestuur benoemd en door dat bestuur nog niet ontslagen, blijft zij hare functie als directrice uitoefenen.
Het bestuur der stichting bestaat uit de heeren. H. C. van der Hou ven van Oordt, lid van Gedeput' Staten van Gelderland; Mr. A. F. de Bas, advocaat bg den Hoogen Baad; C. J. Knoote, gep. luit.-kolonel; H. T. Daendels; D. C. L. Neelmeijer Jr.j Dr. H. C. Geuken, geneesheer. De pleidooien zullen den 20n October aanvangen.
15-10-1892

Gisteren is door de Arr.-Rechtbank te Zutphen een vonnis gewezen in zake de ontruiming van het kinderziekenhuis „Mary" te Apeldoorn.
Aan de gedaagden in vrijwaring is een termijn van vijf weken verleend om Mevr. Bulkley in ondervrijwaring op te roepen en de hoofdvordering gedurende dien t.d geschorst.
21-10-1892

Onlangs is melding gemaakt van het rechtsgeding tusschen de Wed. Bulkley en de directie van het kinderziekenhuis Mary, te Apeldoorn. Omtrent de aanleiding daartoe verneemt de N. Apeld. Ct. het volgende:
In de maand Maart j.l. vergaderde het curatorium tot het vaststellen der rekening van 1891 en werd tegelijk besloten de Kon. bewilliging op de statuten der stichting aan te vragen.
Dit alles werd behandeld buiten de Wed. B., die niets meer met het kinderziekenhuis uit te staan had.
In de week, die daarop volgde, ontvingen de bestuursleden te Apeldoorn van een hunner collega's te 's-Gravenhage (C. J. Knoote) bericht, ten einde in het belang der stichting alsnog weder saam te komen.
In die vergadering, kort daarop gehouden, verscheen tot aller bevreemding de Wed. B. in persoon. Met aandoening deelde zij mede, dat, volgens door haar ingewonnen rechtskundig advies, de aan het kinderziekenhuis door haar geschonken fondsen, bij eventueel overlijden der schenkster, niet onaantastbaar waren en de beste wijze om dat bezit duurzaam te bevestigen zoude zijn de stichting te ontbinden, de statuten dus niet te wijzigen, maar eene geheel nieuwe instelling op te richten. De gelden behoefden de brandkast niet te verlaten; alles was slechts eene quaestie van vorm in weinig tijd op te lossen. Alleen moesten de tegenwoordige curatoren hun ontslag nemen, om echter na korte dagen weder als beheerders op te treden,de belofte, dat zij zich aan die zaak niet zouden onttrekken, met aandrang gevorderd, scheen der brave vrouw rust te geven.

De heeren vielen in den hun gespannen strik. Eenmaal door hunne handteekening te hebben verklaard hunne taak neder te leggen, zij het ook met gansch andere en zeer tijdelijke bedoeling, bespeurden züijalras, dat de stichtster trachtte de fondsen voorgoed tot haar te doen terugkeeren.
Deze maakt nu ook aanspraak op het gebouw en den tuin. Inmiddels hebben de vorige bestuursleden aan het hunnerzijds gegeven woord gestand gedaan en eene nieuwe instelling opgericht, waarvan de statuten, blükens de Staatscourant van 25 Sept. 1.1bij Kon. besluit zijn goedgekeurd.

Met belangstelling ziet men den afloop van hot rechtsgeding tegemoet.
24/10/1892
Gelijk bekend is, loopt het geding over de quaestie of eene stichting, bij het leven ingesteld door den stichter, later kau worden herroepen en of alsdan de eigendommen tot den stichter terugkeeren. Namens eischeresse die de juistheid dezer stellingen betoogd o. a. met een beroep op art 9c der armenwet, een requisitoir van Mr. S M, S de Ranitz en op pleiters opvatting van de bepaling van stichtingen door Mr. Diephuis gegeven. Mr. de Meijier bestreed in een uitvoerig pleidooi deze meening, zich zijnerzijds eveneens beroepende op de door Mr. B. aangehaalde jurisprudentie, welke hij meende juist in tegengestelden zin te moeten uitleggen. Voorts gaf hij een overzicht van de geschiedenis der quaestie, welke dezer dagen in bijzonderheden is vermeld. De uitspraak is bepaald op 17 November
26-10-1891

In de onlangs medegedeelde rechts, zaak tusschen Mevrouw Bulkley en de directrice van het kinderziekenhuis Mary, te Apeldoorn, zijn voor de Rechtbank te Zutphen de pleidooien gevoerd door Mr. J. L. A. Stolk namens Mevr. B., en door Mr. K. G. M. de Meijier namens de directrice.

De Rechtbank te Zutphen beeft den eisch van Mevr. Bulkley contra de directeuren in zake de ontruiming vau het kinderziekenhuis te Apeldoorn ontzegd
19-11-1891

Mevrouw de Wed. Bulkley, die eerst in hooger beroep was gekomen van het vonnis der rechtbank te Zutfen, maar later dit appèl teruggetrokken heeft, trachtte te Apeldoorn langs anderen weg in het bezit van het haar betwiste kinderziekenhuis Mary te komen, gelegen aan de Loolaan aldaar.
Zij had daartoe vier nieuwe regenten benoemd en deze zouden Maandag in Mary vergaderen. Zij konden echter onverrichter zake heengaan, daar zij niet in het gebouw werden toegelaten.
19/03/1893

Naar aanleiding van de weigering van Mej. A. E. Riegen, directrice van het Kinderziekenhuis „Mary", te Apeldoorn, om het door Mevrouw Bulkley onlangs benoemde nieuwe bestuur van deze stiohting (waarvan de wettigheid niet bewezen schijnt) in het gebouw binnen te laten, is door die nieuwe curatoren bij de Rechtbank te Zutphen eene vordering ingediend.
Deze vordering tegen Mej. Riegen strekt tot ontbinding van een beweerde overeenkomst, waarbij zij definitief tot directrice werd aangesteld, benevens tot ontruiming van het gebouw.

Voor de eischers treedt op als advocaat Mr. Caroli, oli, te Amsterdam, en als procureur Mr. L. J. A. Stolk, te Zutphen.

Voor Mejuffr. Riegen als advocaat Mr. K. M. G. de Megier, te Arnhem, eh als procureur Mr. G. Jordens, te Deventer.

Gelgk men weet is bij vonnis der Rechtbank te Zutphen aan Mevrouw Bulkley elk recnt op de stichting ontzegd, zoodat ook de benoeming van de nieuw» curatoren door het oude bestuur als ongeldig wordt verklaard.

29/03/1893

KINDERZIEKENHUIS MARY.
Ter terechtzitting der Arr.-Rechtbank te Zutphen van Donderdag jl. werd de zaak van Mevrouw de Wed. Bulkley, betreffende het kinderziekenhuis Mary te Apeldoorn, — na gedurende 7 weken voor de door Mej. Riegen, directrice, te doene oproeping in vrijwaring geschorst geweest te zijn — weder aanhangig gemaakt.

Voor de in vrijwaring geroepen heeren Mr. A. T. de Bas en C. J. Knoote, te 's-Hage, stelde zich Mr. Stolk, procureur, terwijl voor de heeren Dr. H. C. Geuken, H. T. Daendels, D. C. L. Neelmeyer Jr. en N. C. Slegt, te Apeldoorn, en H. C. van der Houven van Oordt, te Arnhem, Mr. Jordens als procureur occupeerde.

Alleen de Heer Mr. De Bas bestreed reeds dadelijk zijnerzijds bij conclusie den tegen hem ingestelden eisch tot vrijwaring, en zulks onder meer op grond, dat slechts aansprakelijk zouden zijn de personen op wier orders Mej. Riegen handelde, dooh zeker nooit hij — die met de geheele zaak niets te maken had, en dat hij bovendien nimmer zal behoeven te vrijwaren voor een handeling, die in Maart 1893 heeft plaats gehad, daar hij reeds in April 1892 zijn ontslag uit het bestuur van het Kinderziekenhuis heeft verkregen.

Aan de overige in vrijwaring geroepenen .werd een termijn van 14 dagen om te antwoorden toegestaan.
29-07-1893,

In de zitting der Rechtbank te Zutphen is, namens de heeren Dr. H. C. Geuken, H. T. Daendels, D. C. L. Neelmeijer Jr., N. C. Slegt, allen te Apeldoorn, en H. C. van der Houven van Oordt, te Arnhem, door Mej. A. E. Riegen, directrice van het Kinderziekenhuis Mary, te Apeldoorn, in vrijwaring geroepen tegen den door de Curatoren van voormeld Ziekenhuis, de heeren A, G. van Poeteren, C. J. Knoote en J. Strang, allen te 's-Graveuhage, tegen haar ingestelden eisch tot ontbinding der overeenkomst, waarbij zij als directrice is aangesteld, geconcludeerd:

Dat de Rechtbank zal gelasten, dat Mevr. de Wed. Bulkley in het geding zal worden geroepen, ten einde hen te onder-vrijwaren tegen den door Mej. Riegen tegen hen ingestelden eisch tot vrijwaren. Namens den Heer Knoote, mede in vrijwaring ge. dagvaard, is geconcludeerd tot ontzegging van den tegen hem door Mej. Riegen ingestelden eisch tot vrijwaring, daar hij, met de heeren Van Poeteren en Strang, eischer tegen haar in het hoofdgeding zgnde, allerminst haar kan steunen om de vordering te bestrijden.


Aan Mej. Riegen werd een uitstel van acht dagen verleend, om nadere conclusie te nemen.
18-09-1893

De directrice van het kinderzieken. huis Mary, te Apeldoorn, Mej. Rieger, heeft Donderdag bij hare conclusie zich gerefereerd aan het oordeel der Rechtbank te Zutphen ten opzichte van het dooR de gedaagden in vrijwaring aangevoerde ook wat betreft om Mevrouw de Wed. Bulkley in ondervrijwaring op te roepen.
De Rechtbank bepaalde het vonnis over vier weken.
23-09-1893


Rechtszaken
Voor de in ondervrijwarlng geroepene Mevrouw Wed. Bulkley, in zake geding kinderziekenhuis Mary te Apeldoorn, occupeerde Donderdag ter rolle der Arrond. Rechtbank te Zutfen als procureur de Heer Mr. J. L. A. Stolk. De oorspronkelijke zaak werd op verzoek der procureurs van partijen met die der vrijwaringen gevoegd en aan hen 14 dagen uitstel verleend voor het nemen van conclusiën
27-11-1893
Voor de in ondervrijwaring geroepene Wed. Bulkley, in zake geding kinderziekenhuis Mary to Apeldoorn, occupeerde Donderdag ter rolle der Arrond.- Eechtbank te Zutphen als procureur de Heer Mr. J. I. A. Stolk. De oorspronkelijke zaak werd op verzoek der procureurs vau partijen met die der vrijwaringen gevoegd en aan hen 14 dagen uitstel verleend voor het nemen van conciusiën
2-12-1893

Donderdag zijn voor de Rechtbank te Zutphen de pleidooien gevoerd in de zaak van Mevr. Bulkley contra de directrice en bestuurders van het kinderziekenhuis „Mary", te Apeldoorn. Mr. Caroli, te Amsterdam, sprak voor de eischers (Mevr. Bulkley en — nog betwiste — nieuwe bestuurders) ; — Mr. De Meyier, te Arnhem, voor de directrice Mej. Riegen en de in vrijwaring geroepen oud-bestuurders, die aanvoeren niet ontslagen te zijn. Aan Mevr. Bulkley werd de eed opgedragen en voorts de niet-ontvankelijkheid der vordering betoogd. De uitspraak is bepaald op 17 Mei a. s.
14-04-1894,

Rechtzaken.
MEVK. BULKLEY EN KINDERZIEKENHUIS MARY.
De Rechtbank te Zutphen heeft aan de heeren A. G. van Poeteren, J. Strang en C. J. Knoote, te s-Gravenhage, de door hen, in qualiteit van curatoren der te Apeldoorn gevestigde stichting „Kinderziekenhuis Mary", tegen de directrice van dat ziekenhuis, Mej. A. E. Riegen, ingestelde vordering — strekkende tot ontbinding der overeenkomst, waarbij zij tot directrice werd benoemd — ontzegd.
De eischers werden persoonlijk in alle kosten veroordeeld, ook die op de vrijwaring en ondervrijwaring gevallen
19-05-1894
Mevrouw Bulkley, niet tevreden met den uitslag over het Kinderziekenhuis te Apeldoorn voor de rechtbank te Zutfen gevoerde en verloren procedure, laat thans door de zich noemende curatoren van de Mary- Stichting te Apeldoorn, de heeren Knoote, Strang en v. Poeteren, eene nieuwe actie instellen, waarbij zij verlangen in het bezit te worden gesteld van het gebouw der stichting. De curatoron zijn tegen Donderdag voor de rechtbank te Zutfen gedagvaard.
30-05-1894

Nadat aan de heeren A. G. van Poeteren, G. J. Knoote en J. Strang, allen te's-Gravenhage, zich toeschrijvende de qualiteit van Curatoren der te Apeldoorn gevestigde Stichting „Kinderziekenhuis Mary, bij vonnis der Arrondissements-Rechtbank te Zutphen d. d. 17 Mei j .1., hun tegen Mejuffrouw A. E. Riegen, te Apeldoorn, ingestelde eisch — strekkende tot ontbinding van de overeenkomst tusschen haar en het bestuur dier Stichting bestaande door de benoeming tot directrice en de aanvaarding daarvan — was ontzegd, hebben thans diezelfde heeren voor dezelfde Rechtbank een procedure aanhangig gemaakt tegen de heeren H. C. van der Houven van Oordt (te Arnhem, Dr. H. C. Geuken, H. T. Daendels, D. C. L, Neelmoijer Jr. en N. C. Slegt, allen te Apeldoorn, tot het hooren verklaren voor recht, dat zij, eischers, zijn de wettige bestuurders van de voormelde Stichting, tot verbod aan gedaagden om eenige daad van beheer over de Stichting en hare goederen uit te oefenen, tot af- en overgifte en ontruiming van de onroerende goederen, met machtiging om zich, zoo noodig met behulp van den sterken arm, in bezit van die goedaren te stellen, en voorts tot schadevergoeding wegens het onrechtmatig in bezit houden van de onroerende goederen tot de Stichting behoorende. De eischers voeren als gronden voor dien eisch aan: dat door de gedaagden van der Houven van Oordt c. s. en den eischer C. J. Knoote, die te zamen vroeger het Bestuur van de Stichting ..Kinderziekenhuis Mary" uitmaakten, bij verklaring van 3 April 1892 als zoodanig ontslag is genomen, waarna de Stichteresse, Mevrouw Bulkley, krachtens haar recht, bij de acte van oprichting voorbehouden, om bij ontstentenis van alle bestuursleden een nieuw bestuur te benoemen, de eischers Van Poeteren, Knoote en Strang tot bestuurders der Stichting heeft benoemd, en de gedaagden, niettegenstaande het door hen genomen ontslag, hebben kunnen goedvinden zich de qualiteit van Bestuurders te blijven toeschrijven en zich als zoodanig te blijven gedragen. Aan gedaagden is door de Eechtbank een uitstel van veertien dagen verleend om op den ingestelden eisch te antwoorden.
6-6-1894
Ter rolle der Arrond. Beehtbank te Zutphen van 14 Juni jl. is door de heeren H. C. van der Houven van Oordt o s. op den door de heeren C. J. Knoote, A. G van Poeteren en J. Strang te 's-Gravenhage tegen hen ingestelden eisch geantwoord: dat de hh. Knoote e. s. de qaaliteit van bestuurders van de Stichting „Kinderziekenhuis Marij", te Apeldoorn meenen te kunnen ontleenen aan eene benqemmg door Mevr. Bulkley gedaan bij acte dd. il Febr. 1893, gepasseerd voor notaris Meijer, te s-Uravenhage ; dat de gedaagden evenwel ontkennen dat zij by nunne verklaring van 3 April 1892 onvoorwaardelijk ontslag als curatoren der Stichting hebben genomen, en beweren dat zij, en niet de eischers, de curatoren bestuurders zijn, ontleenende zij hun qualiteit aan de door genoemde Mevrouw Bulkley vastgestelde statuten der door haar in het leven geroepen Stichting;dat zij er daardoor recht en belang op hebben dat mevrouw Bulkley in dit geding worde opgeroepen om, hetzij met de gedaagden den ingestelden eisch te bestrijden of wel de door eischers in het geding gebrachte acte van 11 Februari 1893 te hooren vernietigen, althans buiten effect te stellen of te doen stellen, en in elk geval hen te vrijwaren, waartoe zij hebben geconcludeerd. Aan de eischers is 14 dagen uitstel verleend om hierop te repliceeren.
16/06/1894
In zake de procedure van de stichting „Kinderziekenhuis Mary", voor de Rechtbank te Zutphen aanhangig, hebben de eischers Knoote, Van Poeteren en Strang zich bij hun ter rolle van den 21en Juni jl. genomen conclusie gerefereerd aan het oordeel der Rechtbank, voor zooverre betreft het door de gedaagden Van der Houven van Oordt c. s. gedaan verzoek, om Mevrouw de Weduwe Bulkley, wonende te Scheveningen, in vrijwaring te mogen roepen. De Rechtbank heeft daarop dienzelfden dag, met toepassing van art. 19 Wetboek van Burgerl. Rechtsvordering, gelast, dat partijen in persoon met hunne practizijns ter Raadkamer der Rechtbank zullen verschijnen op Donderdag 28 Juni e. k., des namiddags te twee uren, teneinde ene vereeniging te beproeven.
28-06-1894
De zaak van het kinderziekenhuis „Mary" te Apeldoorn is geschikt. Nadat partijen gister andermaal voor de rechtbank te Zutfen waren verschenen, hebben de heeren Knoote c. s. — handelende op last van mevrouw Bulkley — hunne vordering tegen de heeren Van der Houven van Oordt c. s. ingetrokken
6/7/1894
De stichting van mevr. Bulkley! De geschillen over het kinderziekenhuis „Mary" te Apeldoorn zijn eindelijk opgelost. Het denkbeeld der rechtbank te Zutfen, aan partijen voorgesteld, om een minnelijke schikking te beproeven, heeft tot goede gevolgen geleid. De stichting is voor de gemeente Apeldoorn behouden gebleven en onder wettelijk toezicht gesteld. Zoowel de oude als de zoogenaamde nieuwe curatoren hebben hunne taak nedergelegd, terwijl een nieuw bestuur is benoemd, waarin mr. K. M. G. De Meijier, de rechtskundige raadsman der oude curatoren, voorzitter is. De stichteres heeft aan de oude curatoren moeten vergoeden al Je gedane uitgaven in de jongstvcrloopen dertig maanden.
5-12.1894






In Apeldoorn in 1884 opende het Kinderziekenhuis Mary, genoemd naar de te vroeg overleden dochter van Marie Bulkley-Bekking, hoofdrolspeelster in een onverkwikkelijk drama met spionage en ontvoeringen, Amsterdamse penozevrienden en hardvochtige maar rechtvaardige rechters, op stoom liggende vluchtboten en verraad.
In 1887 ging het kinderziekenhuis ‘Mary’ aan de Koning Lodewijklaan open. Mevrouw M.C. Bulkley-Bekking had het kinderziekenhuis gesticht ter nagedachtenis aan haar overleden dochter. In 1921 kwam er een fusie tot stand met het ziekenhuis aan de Sprengenweg. Het bestuur van de Vereniging beheerde sindsdien ook het kinderziekenhuis. In 1966 werd het gebouw verhuurd aan de Veluwse School voor Verpleegkundigen.

Het door J.A. Wijn ontworpen neorenaissance-pand is in 1911 uitgebreid.