Heden ontvang ik het vreeselijke,
voor mij verpletterende bericht,
dat de jongste mijner twee
zóó innig geliefde Kleinzonen te Freiburg,
de lieve, veel belovende MARTINUS HOEK,
aldaar den 23n Januari
in den ouderdom van vijftien jaren overleden is.
Zijne troostelooze Grootmoeder,
M. C. BULKLEY— Bekking. Scheveningen, 25 Jan. '97.
Villa Eikenhof". (9361)
Hierbij betuig ik mijnen hartelijken dank voor de zoo talrijke on zoo aandoenlijke bewijzen ran deelneming, mij van alle zijden betoond, bij den zoozeer droevigen dood van den jongsten mijner twee Kleinzonen te Freiburg, mijn diep betreurden, onvergetelijken, innig geliefden Kleinzoon MARTINUS HOEK.
Ik heb hem liefgehad met eene trouwe.oneindige liefde.
Ik heb hem hier op aarde niet weder mogen zien.
Nu ligt hij ver van hier, te Freiburg, begraven.
Moge de goede God mij helpen, om dit vreeselijk en verpletterend leed te dragen ! Door eene treurige oogziekte aangetast, is het mij niet mogelijk, om aan-allen, die mij in mijn ongeluk hunne hartelijke deelneming betoond hebben, hiervoor afzonderlijk mijnen dank te betuigen; en vraag ik daarom, of zij deze mijne diep gevoelde dankbetuiging wel willen beschouwen als aan ieder hunner in het bijzonder gericht. M. C. BULKLEY—Bekking. Scheveningen, 13 Februari 1897.
Freiburger Zeitung